Lelijkheid als 't zeldzaam was
De vraag ernaar was groot
Wie nu niet is om aan te zien
Was dan een stuk of stoot
Meisje met je paardebek
Vol groezel geel ivoor
Op feestjes wordt ge niet genood
In winkels dringt men voor
refr.:
Schoonheid is niet wezenlijk
Zij vergaat heel snel
Blijvend is de lelijkheid
Dus onderhoud haar wel
Maar lelijkheid als 't zeldzaam was
Men vond u mooi en puur
Jij lelijkerd beleefde dan
Zo menig liefdesuur
Gij ziet van mannen slechts de nek
En nooit hun fonk'lend oog
Laat staan hun fiere apparaat
Voor u kwam 't nooit omhoog
refr.
Lelijkheid als 't zeldzaam was
Dan scheen voor u de maan
Een kilometer penis zou er
In uw nu verroeste schede gaan
Helaas gij zijt vooralsnog
Gedoemd tot zedigheid
Niet door uw sterk normbesef
Maar door uw lelijkheid