Vader en moeder praten
Al een tijd niet met elkaar
Tegen mij zijn ze wel aardig
Maar hun stilte weegt te zwaar
Op mijn jonge smalle schouders
Alle hulde voor mijn ouders
En voor die twee hun sterke wil
Nee, liefde kom ik niet te kort
Maar het is in huis zo stil, zo stil
Dat je er benauwd van wordt
Thuis is de sfeer te snijden
Het vereist veel energie
Neem een kijkje bij de maaltijd
Als we zwijgen alle drie
We vermijden elkaars blikken
'k Heb zo'n moeite met het slikken
Er is iets vreselijks op til
Al duurt de maaltijd maar heel kort
't Is aan tafel stil, zo stil
Dat je er benauwd van wordt
Vroeger in angst gezeten
Al die ruzies zijn zo rot
Als ze met deuren smeten
Ze gooiden 'n heleboel kapot
Maar dat schelden en dat krijsen
Was niet zo erg als dat zwijgen
Waar je zo benauwd van wordt
Zo'n ruzie duurde meestal kort
Daarom denk ik, ik, hun zoon
'Vochten ze maar weer gewoon!'