Behoudens enkele groten
Is iedereen maar klein
Hoe heeft het mij verdroten
Om geen genie te zijn
Ik spring. Dan lijk ik dartel
Ik poog van vroeg tot laat
Maar hoe ik spring en spartel
Ik zit vast aan mijn formaat
Ik streef net als genieen
Naar de onsterfelijkheid
Maar ik reik slechts tot de knieen
Der middelmatigheid
U kunt mijn werk dus kraken
Dat is intelligent
Maar dit lied kunt u niet maken
Daarvoor mist u het talent