De laatste tijd had mams een manie
Van maar naar het park te gaan
Elke middag trok mijn mammie
Mij mijn warmste kleertjes aan
"Want", zei mammie, "in de winter
Geven wij de eendjes brood
Anders gaan die lieve eendjes
Allemaal van de honger dood"
Onderweg liep zij steeds vlugger
Ik hield haar maar met moeite bij
'k Kwam in het park buiten adem
Maar mams was opgelucht en blij
Zij gaf mij het plastic zakje
Waar het eendebrood in zat
En dan ging ik naar het wak toe
Terwijl mammie op een bankje zat
Terwijl ik de eendjes brood moest voeren
Praatte zij met een meneer
Die meneer was blijkbaar grappig
En hij was er telkens weer
Net als de zwaan en bij het voeren
Stond dat beest altijd vooraan
Vaak begon hij kwaad te blazen
Ook al had ik niks gedaan
Eenmaal heeft de zwaan gebeten
Mijn handje deed toen heel erg zeer
'k Hoorde mams juist schaterlachen
Om die grappige meneer
toen moest ik nog veel harder huilen
Mammie had geen oog voor mij
Terwijl ik naar het bankje holde
Maakte mams haar handen vrij
Die meneer heet nou oom Stefan
En we wonen in zijn huis
Soms voel ik me heel verdrietig
Maar we blijven 's middags thuis
's Zondagsmiddags komt mijn pappie
Die wil met mij naar het park toe gaan
En dan durf ik niet te zeggen
Dat ik bang ben voor de zwaan