Dit is het vertrekpunt dan
De kamer van een spoorwegman
Een man van het spoor en dat vertellen
De foto's en de treinmodellen
Hij moet naar het veertigste perron
Van dit betrekkelijk klein station
Dan is het tijd, hij geeft het sein
Uit zijn fluit komt een gekreun van pijn
De machinist rijdt als bezeten
En is Hardinxveld vergeten
Hardinxveld-Giessendam
Daar waar nooit een sneltrein kwam
Wissels bonken, wielen razen
God, ze hebben hem te grazen
Hij voelt steken in zijn zij
Daar flitst weer een station voorbij
Hoor, hij roept met zwakke stem
"Stop dan toch in Gorinchem!"
Al stijgt het water tot de lippen
Een conducteur moet kaartjes knippen
De reizigers, op zijn bevel
Zoeken naar hun kaartjes. Wel
Zijn het vreemde plaatsbewijzen
Waar de passagiers op reizen
Ze tonen dode notekrakers
Een schoppenaas, een stukje kaars
Een mol, een zeepbel, herfstbladen
De NS die lijdt de schade
De conducteur ontsteekt in toorn
Knipt hun neuzen en hun oren
Het zijn schimmen slechts uit boze dromen
Die na een knip leeg gaan stromen
Ze tochten allemaal naar buiten
Hoor de trein naargeestig fluiten
Het landschap wordt een grijze veeg
Een kale vlakte, doods en leeg
Een stilte daalt zonder hiaten
De trein, die heeft de rails verlaten
Geen station, geen stad, geen weide
Maar de trein blijft verder rijden