Hongerige ogen slippen dicht, een wit gezicht in het woestijnzand
Een blinde waterval komt dichterbij ... ben jij mijn vijand
De dood, zo grijs als antraciet
Wie is daar toch, ik zie het niet
O God, wat is dit, is dit het spookhuis
Is dit nu 't spookhuis
Een panter en een paard vallen uit, bedorven fruit wat eeuwen oud lijkt
Atilla keert zich om, het raakt verward, het maakt dat ik het koud krijg
Het schip slaat om en niemand ziet de ... die me steeds bespiedt
O God, wat is dit, is dit nu spookhuis
Is dit nu 't spookhuis
Het zwarte water loopt verloren ..., een suikerspin kruipt door 't weiland
Karkassen graven gretig in een graf, ik vraag me af, had ik een vijand
Ik wist het niet, krenk me geen haar
Ik ben pas twee-en-twintig jaar
O God, wat is dit, is dit het spookhuis
Is dit nu 't spookhuis
De rupsbaan heeft zich razendsnel ontpopt, totdat het stopt en vlinders
rondstrooit
En zwijgend vouw ik m'n vleugels op
Voor de slaap, voor de slaap