Het mensenbeest verheft zich boven alle andere schepsels
Het stapt parmantig op twee hoge poten in het rond
Het voedt zichzelf met bier en koffie, valium en strepsils
En wordt vaak aangetroffen in gezelschap van de hond
't Is een bijzonder soort
Het baltst het hele jaar
En plant zich vrolijk voort
Het mensenbeest maakt holen in betonnen blokkendozen
Daar nestelt het in kuddes tussen tafels en dressoirs
Ontstoken in verzameldrift voor al het nutteloze
Het graast in supermarkten en op meubelboulevards
Van Delft tot Amersfoort
Het baltst het hele jaar
En plant zich vrolijk voort
Het mensenbeest verplaatst zich in blikken met vier wielen
Naar hoge glazen torens, waar het worstelt met een scherm
Het werpt begerig blikken naar de wijfjes in de file
En leeggedronken blikken werpt het in de middenberm
Van Oss tot Europoort
Het baltst het hele jaar
En plant zich vrolijk voort
Het mensenbeest bedekt zich, bij gebrek aan veel beharing
Met lappen en met huiden, visgraatpak of jagershoed
Waarvan het zich ontdoet slechts ten behoeve van de paring
En het doosje om z'n pols vertelt precies wanneer iets moet
Ja, het is ongehoord
Het baltst het hele jaar
En plant zich vrolijk voort
Het mensenbeest bezit iets wat de andere beesten missen
Dat is zijn bijkans onbeperkte creativiteit
Het heeft het buskruit uitgevonden en gevangenissen
En ook het woord, waarmee het graag zijn medebeest bestrijdt
Of als het moet vermoordt
Het baltst het hele jaar
En plant zich vrolijk voort