Een koning hield een maaltijd
Voor de bruiloft van zijn zoon
Er zouden vele komen eten
Maar iedereen liet weten
Zaken gaan voor
De zaal bleef leef
Niemand gaf gehoord
Toen zei de koning
refr.:
Laat de lammen, de blinden en bedelaars
Breng ze hier
Dat ik met lamme en blinden bruiloft vier
Breng ze hier
Ga naar de kruispunten der wegen
Door de straten en stegen van de stad
Want niemand zal mijn maaltijd eten
Die ik genodigd had
Vele gasten die niet kwamen
Preken zondags in de kerk
Ze doen wel of ze het weten
En hebben meegegeten
De zaal blijft leef
Nu heeft de koning spijt
Nu zegt de koning
refr.(2x)