Gooi wat hout op het vuur want het blijft niet altijd zomer
En vertel je verhalen van hoe het vroeger was
Van een oud avontuur met de dichter en de dromer
Stem die oude gitaar dan vul ik nog een keertje je glas
Oh die liedjes van toen, ze zijn altijd jong gebleven
En we zingen ze weer met een onvervalst geluid
Maar de mooiste muziek blijft nog altijd ongeschreven
Trek die bas uit de kast, pak de accordeon uit
En we spelen en zingen tot diep in de nacht
Tot het laatste akkoord is verstomd
Van wat geweest is en wat nog komt
Van wat geweest is en wat nog komt
Gooi wat hout op het vuur want het blijft niet altijd zomer
En speel een lied uit de tijd dat het nog altijd lente was
Maar zing ook van de herfst en de winter die zal komen
Wek die pianist dan vul ik nog een keertje zijn glas
Oh die vrienden van toen, ze zijn altijd jong gebleven
Ook al spelen ze nu met een meer doorleeft geluid
Maar de mooiste muziek blijft nog altijd ongeschreven
Geef die drummer een dreun en pak die violen maar uit
En we drinken en klinken tot diep in de nacht
Tot het laatste akkoord is verstomd
Op wat geweest is en wat nog komt
Van wat geweest is en wat nog komt
Van wat geweest is en wat nog komt
Van wat geweest is en wat nog komt
Van wat geweest is en wat nog komt
Oe-hoe