Op 't Scheveningse strand, liep ik een rondje
Toen ik haar hoorde bij 't zingen van de zee
Ze was warm, vol kleur en een blondje
Liep te wiegen met haar heupen, en haar hondje liep met haar mee
Scheveningen, Scheveningen, m'n hart doet nu nog pijn
Maar altijd, altijd zal ik jou dankbaar zijn
Die avond was er op 't strand een feestje
Ik dacht: " 'k Ben gek als ik haar niet versier"
Toch lette zij, al dansend, op haar Keesje
Maar na de eerste zoen bond zij het beestje aan de pier
Van Scheveningen, Scheveningen, m'n lippen doen nog pijn
Maar altijd, altijd zal ik jou dankbaar zijn
Ik speelde mijn gitaar, zij speelde Carmen
En heel de nacht stroomden de kussen van haar mond
Toen de zon ons in de vroegte kwam verwarmen
Werd ik wakker, en ik voelde in m'n armen weer die hond
Scheveningen, Scheveningen, m'n handen doen nog pijn
Maar altijd, altijd zal ik jou dankbaar zijn
Maar we zagen, toen 't daagde in 't oosten
Dat de koude hem noodlottig was geweest
Waarna we 't hondje naar z'n groeve loodsten
In tranen was m'n lief, ik mocht haar troosten, dat arme beest
Scheveningen, Scheveningen, m'n ogen doen nog pijn
Maar altijd, altijd zal ik jou dankbaar zijn
Vandaag de dag, nu ik met haar getrouwd ben
Zegt ze: "Keesje, zit 'ns braaf" of "Hou je bek"
Tegen mij, en daardoor leer ik van m'n fouten
Maar nu zit ik met die halsband, tot ik oud ben, om m'n nek
Scheveningen, Scheveningen, m'n hals doet nu al pijn
Voor altijd, altijd zal ik haar schoothond zijn