Bij de zee staat een man met een schelp aan zijn oor
Hij luistert naar het eeuwig lied
Achter zijn rug zingen de golven
Hij hoort ze niet
In de tuin zit een vrouw met een boek op haar schoot
Droomt zich een tijd zonder verdriet
En om haar heen dansen er vlinders
Ze voelt ze niet
In het huis in de tuin bij de zee speelt een kind
Het houdt van alles wat het ziet
Het stuurt de golven en de vlinders
En twijfelt niet