Thuis ben ik bijna nooit
Maar schrijf nu zoals het hoort
Waarmee ik wil bewijzen
Hoe diep je mij bekoort
Ik vond geen doel in Noord of Zuid
En onrust plaagde mij
Die reis is nu voorbij
De stad die wij verlaten
Is als een stoute droom
Want reizen met mijn vriend gezel
Is reizen zonder schroom
Die wilde, frisse, vreemde pracht
Van licht of donker schoon
Is ver weg vanwaar ik woon
Ik heb mijn vriend gestoord
Hij staart mij droevig aan
Ik zei hem deze woorden
"M’n vriend ik laat je staan
Dit is niet wat ik ’t liefste wens
Dit is niet wat ik wou
Ik vertrek nu zonder jou!"
Als ik mijn thuis bereik
Wie weet wat ik daar vind!
lemand die wel op me wacht
Maar mij niet meer bemind
Wie spreekt er straks het eerste woord
Wie schenkt de juiste lach
Ja, storten wij ons in een droom
Of verdwijnt ze in de nacht ?