Rijk in de gouw van ons Brabantse land,
Welige tuin in het voorjaar,
Honingaroom na de zomerse brand,
Heuvel en helling zijn vruchtbaar.
Breughel verkoos u, land van mijn jeugd,
Land van de jubel en land van de vreugd,
Brabant, vreugdeland, edele Brabant, were di !
Tegen de glooiing bloeit geurend de hop,
Gelende, trillende bellen.
Meiden en knapen de heuvelen op,
Weg nu de zorgen die knellen.
Straks is het pluktijd, 't grote festijn,
Boer, schenk ons cider en appelenwijn.
Brabant, vreugdeland, edele Brabant, were di !
Volk van mijn Brabant, zo vroom en zo schoon,
Eert uw Brabantse zeden,
Die gij geërfd hebt van vader op zoon,
Wil er een wapen uit smeden.
Draag uwe koppen fier in de lucht.
Een Brabander is voor geen vijand beducht,
Brabant, vreugdeland, edele Brabant, were di !