De dag heeft weer zijn taak volbracht, het gouden licht wijkt voor de nacht,
en alle vogels zwijgen. Laat ons een kring nu rijgen,
rondom het knett'rend sparrenvuur, in dit gewijde avonduur.
Nu daalt de nacht, 't is rustenstijd, het uur waarop van vriend men scheidt,
God geve ons zijn zegen ! Wij gaan verscheid'ne wegen,
maar zijn de vrienden allen heen, de harten blijven trouw en één.