Zon, vurige bal, in het heelal
Waar blijf je nou
Zon, ik olie m'n huid en trek alles uit
Ter ere van jou
We sjouwen in jassen door drabbige plassen, zo grauw
Zo goed als bevroren, maar ik wou liggen smoren met jou
Dan gaan we naar zee en dan baden we pootje
En bakken we bruin als een knapperig broodje
Kom schijn door de wolken, het is hier een zootje
En stel dat de zon zei: "Ik ben het wel zat zo
Ik schijn hier te schijnen, het helpt ze geen fluit
De een is te bruin en de ander te blanco
't Is altijd dat ik op schaduwen stuit", en toen ging hij uit
Toen werd het zo koud en donker op aarde
En klagende stemmen hoorde men luid
De zon die scheen gratis, dus had het geen waarde
Nu bleek hij onmisbaar, maar nu was hij uit
Toen kwamen er vogels met vlezige vlerken
Die bouwden hun nesten in donkere kerken
Toen heerste de chaos van donkere dingen
Die je beloeren en die je bespringen
Zon, stralende zon, alles lijkt zwart
Schijn in m'n hart, zon
Schijn nooit verkeerd, ongeconditioneerd
Voor niemand apart
Maar die neemt te veel en die krijgt te weinig, helaas
Kom schijn in m'n hart, dan ben ik al het noodweer de baas
Dan gaan we naar zee in de storm en de hagel
En lopen we zo door de gloeiende zwavel
Dan worden we zelf als de zon: Een stralende bron
Oh, zon