jij was misschien achttien jaar, negentien
in je brief stond nog meer
maar die vind ik niet meer
want een brief, ach je weet
hoe dat gaat
niets dat zo licht vergeet
en dan is het laat
jij was toen pas van school
en meteen op de dool
want een school zonder faam
in een buurt zonder naam
leid als geen nergens heen
en in die brief vroeg jij
is er nog hoop voor mij
is er nog hoop voor mij
jij was misschien achttien jaar, negentien
jij had ook nog een naam
maar die ken ik niet meer
‘k had gewild,’k had gekund
ja da’s waar, maar ik schreef niet terug
en nu is het te laat
ik had al zorgen genoeg
woelde tot ’s morgens vroeg
alles in mij deed pijn
‘ik wou slechts bij haar zijn
maar kon haast nergens heen
het was toen al eind mei
toen hij jou vluchtig zei
dat het niet verder kon
jij had zo veel verwacht
maar hij kwam niet terug
en in die brief vroeg jij
is er nog hoop voor mij
is er nog hoop voor mij
jij was misschien achttien jaar, negentien
in je brief stond nog meer
maar die vind ik niet meer
want een brief, ach je weet
hoe dat gaat
niets dat zo licht vergeet
en het is nu te laat
(c) M.Sardou/J.P.Bourtaye/E. Van Neyen/M. Van Caelenberg