Alleen in 't grote huis van bewaring
Bezocht een moeder haar jongste zoon
Zij zocht geen antwoord zocht geen verklaring
Zij kwam hem vinden zonder vertoon
Zij bracht geen vrijspraak (mee)
Geen hoop op gratie (nee)
Zij droeg geen staatsie (dracht)
Vroeg geen ontslag (die dag)
Toch liet zij hem (misschien)
Een stukje hemel (zien)
Zij liet haar kind
Haar lieve lach
Er waren ruzies en desillusies
Zijn daden deden haar veel verdriet
Hij nam haar goud mee en haar illusies
Alleen haar glimlach verloor zij niet
Nooit hielden tralies of stalen staven
ook maar een moeder ver van haar kind
steeds blijft haar glimlach de gaafste gave
Het deert niet waar zich haar kind bevindt
Zij brengt geen vrijspraak (mee)
Geen hoop op gratie (nee)
Zij draagt geen staatsie (dracht)
Vraagt geen ontslag (die dag)
Toch laat zij ons (misschien)
Een stukje hemel
Zij laat elk kind
Haar lieve lach