Daar was laatst een meisje loos
Loos mina loos
Die wou gaan varen als lichtmatroos
refr.:
Loos Mina loos, zeven katten in een doos
Kris kriebel donnerwetter noch an toe
En ze heette Mina Loos en ze heette Mina Loos
Zij moest klimmen in de mast
Loos mina loos
Maken de zeilen en de touwen vast
refr.
Maar door storm en tegenweer
Loos mina loos
Sloegen de zeilen van boven neer
refr.
Zij werd gebonden aan de mast
Loos mina loos
Aan beide handen en voeten vast
refr.
"Ach Kapteinije, sla mij niet!
Loos mina loos
Ik ben uw lieije, ziet u dat dan niet."
refr.
Zij moest komen in de kajuit
Loos mina loos
Trekken matrozenkleren uit
refr.
En wat daar in die kajuit is geschied
Loos mina loos
Dat weet de tweede stuurman niet
refr.
Maar eer het scheepje weer was aan wal
Loos mina loos
Was daar dat jonge matroosje al
refr.