Verlang van mij niet dat ik lieg er valt voor jou niets meer te vragen
zolang ik wist dat jij een ander had heb ik gedaan alsof
probeer maar niets, het lukt je niet, ik hoef me niet meer te verlagen
de mooie woorden die je net nog sprak zijn nu al grijs als stof
vraag me niet weer bij je t'rug te komen
je bent me kwijt en nu is het voorgoed
Al was ik niet blind, te zien is nog erger de klok staat stil, de tijd gaat verder,
als ik omkijk zie ik het vuur dat mij heeft verteerd de zuidenwind waait voorbij is de winter
de storm neemt af en gaat straks liggen en de ruwe zee die wordt weer kalm als het tij is gekeerd
Verlang van mij niet dat ik zwijg al valt er nu niets meer te zeggen
niet onder woorden brengen wat ik denk, dat deed ik lang genoeg
misschien begrijp je wat ik voel dan hoef ik niets meer uit te leggen
de tere bloemen van m'n eenzaamheid die bloeien veel te vroeg
vraag niets meer, ik wil je stem niet horen
laat me alleen, een afscheid vraagt veel moed
Al was ik niet blind, te zien is nog erger de klok staat stil, de tijd gaat verder,
als ik omkijk zie ik het vuur dat mij heeft verteerd de zuidenwind waait voorbij is de winter
de storm neemt af en gaat straks liggen en de ruwe zee die wordt weer kalm als het tij is gekeerd
eens zal ik niet meer huilen om m'n eigen verdriet
Al was ik niet blind, te zien is nog erger de klok staat stil, de tijd gaat verder,
als ik omkijk zie ik het vuur dat mij heeft verteerd de zuidenwind waait voorbij is de winter
de storm neemt af en gaat straks liggen en de ruwe zee die wordt weer kalm als het tij is gekeerd
Tekst: Herman Leefsma
Muziek: Harry Sacksioni