Toen ik klein was
Ging ik naar zee
Alleen mijn grote broer mocht mee
En de goudvis en mijn oma
Want die had een zwemdiploma
En mijn vader zei: goeie vaart
En mijn moeder zei: goeie vaart
Harrie, stuur je wel met kerst een kaart
Toen ik klein was
Werd ik piloot
Net als de buurman
En die was dood
Maar z'n vliegpak hing nog in de kast
Ik heb die pet wel duizend keer gepast
En mijn vader zei: goeie vlucht
En mijn moeder zei: goeie vlucht
Schrijf wel je naam als afscheid in de lucht
En ik weet, nu dat ik groot ben
En natuurlijk geen piloot ben
En ook geen zeeman ben geworden
Dat je moet vliegen in je dromen
Om later van de grond te komen
Misschien had ik hier nooit gestaan
Als ik toen niet met mijn goudvis
Naar zee toe was gegaan
Toen ik klein was
Werd ik astronaut
Ik had mijn Spoetnik zelf gebouwd
En er zou in alle
In alle kranten staan
Harrie Jekkers als eerste op de maan
En mijn vader zei: goeie reis
En mijn moeder zei: goeie reis
Vergeet je niet die maansteen als bewijs
En ik weet, nu dat ik groot ben
Geen zeeman of piloot ben
En ook zelf nooit op de maan zal staan
Dat je de ruimte moet krijgen
Om boven jezelf uit te stijgen
Misschien had ik hier nooit gestaan
Als ik toen niet met mijn Spoetnik
Naar de maan toe was gegaan
Als ik toen niet met mijn goudvis
Naar zee toe was gegaan