Ooh.. ah jongen dat was… tjsonge jonge jonge, goh! Sjonge jonge jonge. Nee want ik ik weet nog, dan hadden ze, ja nee dat was dan een een nee hadden ze tegen mij van: ‘ja nee dit dit en dat en allemaal en zo’. En ik zeg: ‘ja? Ja? Ja wat? Wa wa?’ ‘Nee nee’, maar dat moest ik dan allemaal ja ja en ik zeg: ‘ja ja?’. Nou goed dat was dan goed enne terwijl ik uh, ik wist prff hee hee ik had al heel lang in de gaten vannu, ‘oh ja oh ja ja ja nee nee wa wa’. En in en in één keer en in één keer jongen ik zeg vanne ik zeg: ‘ja enne’. Nee svan brff hehe en ik: ‘Eeeh is toch nie is toch nie mooomooo oooohhh weet je’. Godverdomme man.
Ja en toen en toen en en in een keer in een keer zegt ie van:
‘Ja nee allemaal daar naar toe woo kom op man wooo woo’ en ik zeg: ‘ja’. ‘jaaa jaa kom op man’. En m’n ouders tuurlijk ook ‘wooo waar gaan we naar toe?’. En allemaal mensen komen. ‘Kom op we gaan er allemaal naar toe jongen’. Nou we komen er aan zeg.. ja.. ja hee uh, nee ‘tis stom ik naar toe ‘jaa hoe kan dat nou?’. Ja dat wist ie ook niet en ik zeg: ‘Ja hoe moet ik het dan weten?’. Jaa weet ik ook niet ik zeg: ‘Jaa waar gaat dit eigenlijk over?’. Jaa dat wist hij dan ook niet ja is JA is dit geen gesprek man! ‘nee’, dat wist ie dan ook enne… Ja en toen had ik wel zoiets van who who who who wacht ff hee, hier hier klopt iets niet he hier klopt iets niet. En toen maar he he een hele tijd later man dat begrijp ik bedoel dat dat das das nu ook allemaal gebeurd gelukkig.
En toen stond ik stond ik zo te kijken zo en zag ik in een keer heel heel kleintje kleintje zo he nu zeg, wat later een bwbwwlw maar zeg een kleintje en ik en ik sta zo te kijken zo en ik zeg ‘ooh’. En ik zeg en ik zeg: ‘kom op kom erbij man!’ Hij stond effe bezig bezig zo dinges’.
Ik zeg ‘kom nou effe’. ‘Nee nee,’ zegt ie. ‘Man ben allemaal dingen’. Ik zeg: ‘Kom nou toch effe man ooh zo moo oohh jonge kom toch kom toch eens kijken man’.
Begeven moment ‘Nou ok’. ‘Kom eens kijken, oh net weg zeg, shiiiit man. Shit is dat man. Ja, en toen en toen het enige wat er toen nog overbleef was uh weet niet allemaal om dat ding heen gaan zitten en ‘Jaa wie wie wie heeft dat ding hier neergezet enne’. Jaa dat dat dat was dan iemand uhm jaa die kenden ze dan niet of jaa eentje wel maar ja die was er weer net niet en dus uhm. Ja ze zeggen ook van: ‘Ja schei er toch ook mee uit man heeft toch helemaal geen zin’.
En toen kwam hij, en dat was, dat was zo’n mooi moment he, want die was belangrijk voor mij dat was een soort ja was een alles alles voor me, een grote vent met zo’n wilskrachtige kop van die grote klauwen weet je niet en en echt daar keek ik tegenop he wooo daar keek ik tegenop he. En en en en in een keer was ie er ook dat was die aanwezigheid van hem was zo plotseling in een keer was ie er en iedereen zag het en dat staat in mijn geheugen gegrifd dat beeld, van hoe ie er toen was. En toen ik kwam ik doe het effe voor, dan kwam ie zo in een keer zegt ie zo van.. van.. of wacht es effe.. oh.. oh f.. oh shit hij was er helemaal niet bij.. oh shit ne … oh sor… oh sh… ja dat.. shit maar ja… denk je da je da je er bijna ben enne we-weer helemaal terug bij het begin….
Ju-ju-jullie jullie denken dat ik gek ben he??