Wanneer ik een traan
In je ogen zie staan
Dan denk ik aan Moeders portretje
Ik zie haar gezicht
In het scheem'rige licht
Van de binnenplaats van het bejaardengesticht
Ik hoor nog haar stem:
Jongen, wil je geen jam
Of pindakaas op je kadetje?
En kort na Nieuwjaar
Is ze heengegaan, maar
Haar portretje staat op het dressoir
Ik mag zo graag in stille uren
Genieten van de zomernacht
En naar de wijde hemel turen
Vol flonkerende sterrenpracht
En als de eerste zonnestralen
Des morgens koesteren het veld
Dan klinkt het lied der nachtegalen
Dat mij van liefd' en trouw vertelt
Wanneer ik een traan in je ogen zie staan
Dan denk ik aan Moeders portretje
Ik zie haar gezicht in het scheem'rige licht
Van de binnenplaats van het bejaardengesticht
Ik hoor nog haar stem:
Jongen, wil je geen jam
Of hagelslag op je kadetje?
En kort na Nieuwjaar
Is ze heengegaan, maar
Haar portretje staat op het dressoir
Er bloeit een armvol rode rozen
In onze tuin bij het prieel
Waar ik met korte tussenpozen
Je zachte blonde lokken streel
En als ik jou dat haar zie kammen
Dan voel ik m' als een vorst zo rijk
Terwijl ik peinzend in de vlammen
Van 't knapperende haardvuur kijk
Wanneer ik een traan in je ogen zie staan
Dan denk ik aan Moeders portretje
Ik zie haar gezicht in het scheem'rige licht
Van de binnenplaats van het bejaardengesticht
Ik hoor nog haar stem:
Jongen, wil je geen jam
Of pekelvlees op je kadetje?
Ze stierf weliswaar
Maar dat is geen bezwaar
Haar portretje staat op het dressoir