Wat was het leven prachtig, we hielden van elkaar
We deelden samen veel verdriet, werd jou die last te zwaar
Ook al dacht ik wat wij deelden, hebben wij samen opgebouwd
Toen ineens die ommekeer en laten al die jaren je nu koud
refr.:
Wat slechts overblijft zijn tranen, tranen van verdriet
Je deed zo koel en zakelijk, toen je mij verliet
Wat slechts overblijft zijn tranen, die ik huil om jou
Je bent nu vrij, maar je maakte mij een ongelukkige vrouw
Woorden zijn slechts woorden, als ze niet echt zijn gemeend
Ik hoor nog steeds ik hou van jou, maar dat klinkt nu wel wat vreemd
Ik kan het nog niet geloven, zoals je nu plotseling bent
Ik zie ineens een andere kant, zoals ik jou nog nooit heb gekend
refr.(2x)
Je bent nu vrij, maar je maakte mij een ongelukkige vrouw