Hij wist: je kon niet vluchten in de grote stad
Waar 'ie enkel neg een zusje, verder niks te zoeken had
Achter de roltrap van het busstation
Kon 'ie zich soms warmen als 'ie zich verschuilen kon
En God, God was dood
Hooguit was God soep en 't stukje dagelijks brood
Ze zeggen dat 'ie gek was, dat 'ie sloeg en beet
Dat je 'm zelden zag en dat 'ie andere zwervers meed
Paranoia in de mission, kom niet in mijn buurt
Van dominees en priesters werd 'ie enkel overstuur
En God, God was dood
Hij geloofde niet in Jezus, sliep nog liever in de goot
Ze vonden hem vanmorgen bij de oude gasfabriek
Een dooie clochard, ach dat doet niemand iets
't Komt zo vaak voor en 't is nu 't seizoen
Geen tranen plengen, je nergens in mengen
Gewoon nog zo'n lijk naar 't lijkenhuis brengen
En verder niks aan doen
De politie heeft vandaag zijn zusje opgespoord
Ze had al jaren niks van 'r gekke broer gehoord