Het was winterIk liep alleen op het strand
En ik miste een tedere hand
En ik plukte wat schelpen en wier uit het zand
Strooide meeuwen wat brood uit mijn hand
Zo vond ik weer de kracht
Ik ging terug naar het land
En een meeuw volgde hoog in de lucht
Als een engel was hij mijn gezel, mijn trawant
En mijn liefde en hoop op mijn geluk
Het was zalig die nacht
Toen ik jou heb ontmoet
Wij alleen met een meeuw in de sneeuw
En de meeuw hield de wacht
In een witgouden gloed
Wij alleen en een meeuw in de sneeuw
Het werd lente
Wij liepen met twee op het strand
En wij voelde die tedere hand
En wij plukten wat schelpen en wier uit het zand
Strooiden meeuwen wat brood uit de hand
Ik die dacht dat alleen zijn aan mij was besteed
Ik vergeet nooit die wondere nacht
In een sprookje dat ik in mijn dromen begreep
Had ik altijd op jou gewacht
Het was zalig die nacht
Toen ik jou heb ontmoet
Wij alleen met een meeuw in de sneeuw
En de meeuw hield de wacht
In een witgouden gloed
Wij alleen en een meeuw in de sneeuw
Wie gelooft, wie vertrouwt
Wie zijn hoop heeft gesteld
Ziet een teken in dit stil verhaal
Want de meeuw in de sneeuw
Zoals hier wordt verteld
Overstijgt onze wereldse taal
Ja, die meeuw was een teken
Een teken van hoop
In een leven waar eenzaamheid leeft
Geef de moed dus nooit op
Want de meeuw, die brengt hoop
Of wat liefde voor liefde geeft
Het was zalig die nacht
Toen ik jou heb ontmoet
Wij alleen met een meeuw in de sneeuw
En de meeuw hield de wacht
In een witgouden gloed
Wij alleen en een meeuw in de sneeuw