Video Morgen Gon Ik Uit » Hopeloos Lyrics | Musica Lyrics

Hopeloos - Morgen Gon Ik Uit Lyrics

Smorgens als ik oepston brenk men vra ontbijt on bed
Sandwiches of boterhammekes, en ook de koffe is gezet
Den afwas van gisteren hebbekik ook al lang gedaan
Daarvoor zen kik perse een uurke vruuger oepgestaan

mor
morgen gon ik uit,
ik gon het er van pakken
morgen gon ik uit
alle wijfen aflakken
morgen gon ik uit
dan gonnek nor de grote stad
en ik nijp alle grieten in heur tetten of in heur gat.

Drij keer per week brenk een bloemeke mee veur heur
Daarin wissel ik dikwijls af, een ander merk een ander kleur
‘k swanjeer heur goe, want ook om geld zit ze ni verlegen
het ideale koppel nee het zit er nooit of nooit is tegen

mor
morgen gon ik uit,
ik gon het er van pakken
morgen gon ik uit
alle wijfen aflakken
morgen gon ik uit
dan gonnek nor de grote stad
en ik nijp alle grieten in heur tetten of in heur gat.

ik moet eerlijk zeggen ‘k zen ook heel goe veur men joeng
en men schoonmoeder draai ik justekes nog geen toeng
ook als pleegouder hebbek men sporen al verdiend
en daarbij zenk iedereens allerbeste vriend

mor
morgen gon ik uit,
ik gon het er van pakken
morgen gon ik uit
alle wijfen aflakken
morgen gon ik uit
dan gonnek nor de grote stad
en ik nijp alle grieten in heur tetten of in heur gat.

zondags gon ik me heel de famili uiteraard naar de karek
gevolgd deur een wandeling in 1 of ander park
me karsmis zit er altijd nen eenzame in men kot
en voor het slapen gaan bid ik veur onze lieve god

mor
morgen gon ik uit,
ik gon het er van pakken
morgen gon ik uit
alle wijfen aflakken
morgen gon ik uit
dan gonnek nor de grote stad
en ik nijp alle grieten in heur tetten of in heur gat.

Oorlog en ellende da trek men eigen heel hard aan
En vraag men eigen af wanneer is da toch gedaan
En ook da stoem groepke hopeloos me hunne nieuwe cd
Ik hoop da ze die vuile liekes nooit spelen oep radio of tv

mor
morgen gon ik uit,
ik gon het er van pakken
morgen gon ik uit
alle wijfen aflakken
morgen gon ik uit
dan gonnek nor de grote stad
en ik nijp alle grieten in heur tetten of in heur gat.



(c) Hopeloos