refr.:
Stroei-voei karakarakios notte kilas stadioelvoei
Stroei-voei panapanapios notte koelas strilioelvoei
Vasios vasios doenkakila, patios patios droemladida
Stroei-voei karakarakios notte kilas stadiolvoei
"Hij zingt over zijn vaderland
Hoe weet u dat
Dat voel ik"
Hij zingt over z'n vaderland
Het verre, verre Griekenland
Hij zingt over het hutje waar hij woonde met vier schapen
De warme zon, de blauwe lucht
Hij woonde in een klein gehucht
Hij zingt over het heimwee dat 'm thans belet te slapen
Arme vreemdeling, arme banneling
refr.
Hij zingt over z'n vaderland
Het wonderschone Griekenland
Hij zingt over de druiven die hij bij zijn vader teelde
We drinken uit een koele bron
De dorre grond, de hete zon
Hij zingt over de lam'ren waar ie zaterdags mee speelde
Arme vreemdeling, arme banneling
refr.