Ik denk steeds aan Rosa.
Mijn mooie sinjorita.
Deze zomer in ons land.
Wij samen hand in hand.
De winter verscheen, en zij verdween.
Ze kon er niet meer tegen.
De geure wind en de regen.
Ik zag dat toen niet, dat doet me nu verdriet.
De reden dat ze zonder mij het land verliet.
Ik mis je elke dag.
Je mooie ogen en je lach.
Zeg waar ben je nou, ben veel liever bij jou.
Je weet toch dat ik altijd van je hou.
Je kon hier echt niet aarden.
Dat moet ik nu aanvaarden.
Rosa waar moet ik heen, sinds dat jij verdween, voel ik me zo aleen.
Nu weet ik wat me te doen staat.
Jij bent de reden dat mijn hard slaat.
Dus kom ik naar je toe, ik ben het wachten moe.
Rosa er is niets dat ik niet doe.
Voor jou zet ik allees aan de kant.
Het maakt niet uit waar ik beland.
Winter, storm of regen.
Niets houd mij nog tegen.
Wij horen bij elkaar, maar nu ben jij nog daar.
Ik mis je elke dag.
Je mooie ogen en je lach.
Zeg waar ben je nou, ben veel liever bij jou.
Je weet toch dat ik altijd van je hou.
Je kon hier echt niet aarden.
Dat moet ik nu aanvaarden.
Rosa waar moet ik heen, sinds dat jij verdween, voel ik me zo aleen.
Ik mis je elke dag.
Je mooie ogen en je lach.
Rosa waar moet ik heen, sinds dat jij verdween, voel ik me zo aleen.
Rosa waar moet ik heen, sinds dat jij verdween, voel ik me zo aleen.