Ik liep tot ik zijn ogen zag, ik zie ze nog voor mij
Vol donkerblauw verlangen waren zij
Hij liet zich zomaar vangen aan een klein gebaar van mij
En veel te veel tesamen waren wij
De dagen gingen voorbij en altijd zei hij
Er is niemand, niemand, niemand zei hij
Er is niemand, niemand, niemand zoals wij
De dagen werden maanden en twee namen werden één
Ons onderscheid vervaagde en verdween
We leefden en we lachten en we hadden elkaar lief
De buitenwereld zag ons collectief
De jaren gingen voorbij en altijd zei hij
Er is niemandŠ. Niemand zoals wij
Niemand slimmer, niemand mooier
Knoop het in je lieve oren
Niemand beter, niemand sterker
Kras het in je tekstverwerker
Er was niemand, niemand, niemand voor mij
Er was niemand, niemand, niemand zoals hij
En ik wou dat ik zijn ogen nog eens zien kon zoals toen
En dat ik elke dag kon overdoen