'k Ga naar de Hoeksema's, dat zijn m'n beste vrinden
Ik zeg niets van ze hoor, begrijp me goed
Ik kan 't werkelijk uitstekend met ze vinden
Nou ja, zij is geen dame hoor
Ze draagt een hoed, hmmm
Ach, hij gaat wel, hij is iets bij de justitie
Maar oppervlakkig, he, geen wije blik
Geen diepte, of hoe heet dat-eh, eruditie
Ze staan er niet bij stil, he, zoals ik
Neem mij nu 'es
Ik zit in vier besturen, behalve dan een damesclub in Kras
Nou, dan heb ik ook nog twaalf vrouwen, een pedicure
En dan m'n man nog, en m'n ischias
Maar, zonder schoonheid zijn wij toch maar slaafjes
Van deze dor prosaische maatschappij
Wat zou ik zijn zonder m'n Bertus Aafjes
Ik hou m'n Sji en Satre altijd bij
Kijk, en da's nou zo jammer van de Hoeksema's
Die zijn me toch te weinig erudiet
Ze zijn verbazend aardig, hoor, de Hoeksema's
Maar eh, dat he, dat, zo sepaqoir, dat hebben ze niet
Ja, die Hoeksema's
Niet om 't een of ander, hoor
Ik mag ze graag
Maar soms maakt 't me wild
Die spreken nou eeuwig kwaad over een ander
Ze zijn, hoe zal ik 't zeggen, zo weinig mild
Nou, gisteren bijvoorbeeld, hadden we 't over Annie
Nou goed, ik geef toe hoor, die Annie eh, daar is iets mee
Zo'n jurk, van haar salaris, nee, dat kan niet
Nou ja, en dan die hele..., van d'r..., nee
Nee, ze is ook fout geweest hoor, tussen haakjes
Ja, maar dat is nou weer heel erg sneu
Hoe kan 't ook anders, met zo'n moeder
Nou, en dan die vader met z'n zaakjes, oh
Maar 't ligt ook helemaal aan 't milieu
Het zijn verschrikkelijke ordinaire types
Maar laat ze onbetrouwbaar zijn, misschien
Ik zeg, en dat is een van mijn principes
Je moet 't goede in de mensen zien
Kijk, en dat is nou zo jammer van de Hoeksema's
Die zijn toch wel een tikkie hypocriet
Ze zijn verbazend goeig hoor, de Hoeksema's
Maar, zoals ik al zei, dat he, dat, mmm, hebben ze niet
Ja, die Hoeksema's
'k Was gisteren toch nog even bij ze, he
Nou, toen hadden we 't zo over al het leed
En toen opeens, het was gewoon om van te ijzen
Toen voelde ik eigenlijk pas hoe weinig 't ze deed
De Grieken, de negers, al die rassen
En al die displaced persons in hun hemd
Ach, als ik bij de naaister sta te passen
Dan voel ik me van binnen zo beklemd
Ik zeg net nog, in de keuken, tegen Mina
Zeg, jij klaagt nou wel over al je ongerief
Maar kijk nou ook eens eventjes naar China
En dat arme India, asjeblieft
De schareslijpers, al die kleine wrakken
Nou, en hier de woningnood
Is dat niet ontzettend cru
Hoe vier gezinnen in een kamer hokken
Ik heb er niemand bijgekregen. U
Kijk, en dat is nou toch wel jammer van die Hoeksema's
Die zien alleen hun eigen klein verdriet
Ze zijn bijzonder aardig hoor, de Hoeksema's
Maar, eh, datte, dat, mmh, hebben ze niet
Nee nee, ik moet nog even iets recht zetten, kijk
Die Hoeksema's, dat is toch wel heel erg makkelijk van ze hoor
Als je wat lenen wil, bijvoorbeeld, zijn ze niet direct zo fel
Ze zijn bekrompen hoor, da's waar, de Hoeksema's
Maar, ehh, dat he, dat, dat hebben ze wel