refr.:
Nicolo, Nicolo, Nicolino
Zingt zijn lied in de straten van Padua
Bij 't getokkel van zijn mandolino
Klingt van 's morgens tot 's avonds z'n aria
Nico, Nico, Nicolino
Roept beleefd als geen mens hem wat geeft
Il mio amigo, hoor mij aan
Il mio amigo, hoor mij aan
Van de wind kan geen zanger bestaan
Il mio amigo, hoor mij aan
Il mio amigo hoor mij aan
Van de wind kan geen zanger bestaan
Zo trekt hij zingend rond
Trouw begeleidt door z'n hond
Dagelijks kun je hem zien
Met z'n oude mandolien
In een straat, in een steeg, op een plein
Zeker en kordaat of hij in de Scala staat
Brengt hij liedjes over wijn en zonneschijn
refr.