Hoe sterk is de eenzame fietser
die kromgebogen over zijn stuur
tegen de wind
zichzelf een weg baant?
Hoe zelfbewust de voetbalspeler
die voor de ogen van het publiek
de wedstrijd wint,
zich kampioen waant?
Hoe lacht vergenoegd de zakenman
zonder mededogen die concurrent
verslagen vindt,
zelf haast failliet gaand.
En ik zit hier tevreden
met die kleine op mijn schoot.
De zon schijnt, er is geen reden
met rotweer en met harde wind
te gaan fietsen met dat kind.
Als ie maar geen voetballer wordt,
ze schoppen hem misschien half dood.
Als ie maar geen voetballer wordt,
ze schoppen hem misschien half dood.
Maar liever dat nog
dan het bord voor zijn kop
van de zakenman,
want daar wordt hij alleen maar slechter van.
(x 10)