Hij werd uitgezonden door Nederland
Naar het verre land,
Waar het zo gevaarlijk is.
En thuis wacht daar zijn geliefde meid,
Die de brieven krijgt
Van een jongen die ze mist.
Maar hij ziet een ster
En die wijst hem de weg.
's Avonds voor het slapen gaan,
Kijkt zij naar dezelfde maan.
Want al ben ik zo ver weg
Geeft de troost als ik zeg:
'Ik ben dicht bij je,
Zo dicht bij je.'
Neem me mee in je hart,
Zo wordt mijn pijn halve smart.
Ik ben dicht bij je,
Blijf dicht bij je,
Zo ver weg.
Voor een maand had zij geen bericht gehad
En lag er op de mat een officiële envelop.
Het noodlot greep hem in de kraag
In een hinderlaag,
En zijn brieven hielden op.
Nu ziet zij een ster,
En die wijst haar de weg.
's Avonds voor het slapen gaan,
Kijkt zij naar dezelfde maan.
Want al ben ik zo ver weg,
Geeft de troost als ik zeg:
'Ik ben dicht bij je,
Zo dicht bij je.'
Neem me mee in je hart,
Zo wordt mijn pijn halve smart.
Ik lijk dicht bij je,
Zo dicht bij je.
Want al ben ik zo ver weg,
Geeft de troost als ik zeg:
'Ik ben dicht bij je,
Zo dicht bij je.'
En neem me mee in je hart,
Zo wordt mijn pijn halve smart.
Ik lijk dicht bij je,
Zo dicht bij je,
Zo ver weg.